Het grotere geheel

Door L. Moratis

Dat ISO 26000 op stapel staat, is ondertussen wel bekend. Het houdt ook nogal een belofte in zich: MVO in Nederland (en daarbuiten) krijgt dan eindelijk structuur. Onduidelijk is echter of deze belofte ingelost gaat worden. Aandacht voor de richtlijn is er in ieder geval genoeg. In 2010, zo is de verwachting, wordt de richtlijn beschikbaar, maar nu reeds zijn er bedrijven die ermee aan het experimenteren zijn. Samas is zo’n voorbeeld. En gelijk hebben ze, want er is voldoende duidelijk over de inhoud van de richtlijn.

Tegelijkertijd gaan er stemmen op die de bruikbaarheid van de richtlijn in twijfel trekken. Wat gaat ISO 26000 ons aan nieuwe inzichten brengen? Zal de richtlijn voldoende toegevoegde waarde hebben? De doorlooptijd van de ontwikkeling van de richtlijn beslaat ondertussen jaren – en gedurende die jaren zijn organisaties al veel wijzer geworden. Het risico dat de MVO-richtlijn loopt, is dan ook dan het mosterd na de maaltijd is.

Het International Institute for Sustainable Development (IISD) heeft recent een onderzoek naar de bruikbaarheid van ISO 26000 uitgevoerd onder zo’n zestig bedrijven uit het MKB die enige ervaring en/of affiniteit met MVO hadden. Een aantal resultaten uit het onderzoek wil ik hier toelichten.

De MVO paraplu

Zo blijken de bedrijven in het onderzoek het ‘grotere plaatje’ te missen. Het is het klassieke probleem: aan MVO-initiatieven schort het niet, maar de MVO-paraplu ontbreekt. Het, zoals we dat bij CSR Academy noemen, MVO-profiel van de organisatie ontbreekt. Hier kan de MVO-richtlijn dus in ieder geval waardevol zijn. Tegelijkertijd missen de bedrijven dit grotere geheel ook heel bewust. Bijna de helft van de bedrijven in het onderzoek geeft aan dat MVO een zaak is van ethiek en intuïtie is – niet van strategie. Daar kan natuurlijk van alles achter zitten. Veel MKB-bedrijven richten zich niet op de kansen van MVO (zoals recent weer eens bleek uit het onderzoek van het EIM, waar ook weinig tot geen nieuws in stond), maar vinden het kwestie van fatsoen. De persoonlijke waarden van de directeur/eigenaar zijn de belangrijkste motivatie voor MVO. Het grotere geheel, het verbinden van MVO aan de business, is dan simpelweg niet aan de orde. Dat is niets nieuws. Zonde? Natuurlijk. Erg? Dat niet.

ISO 26000

Op een klein aantal na, ziet geen van de onderzochte bedrijven ISO 26000 als een managementtool. Nu zit er een verschil tussen een richtlijn, een norm, een managementsysteem en een managementtool, maar ISO 26000 kan het leven van een bedrijf een stuk overzichtelijker maken als het gaat om MVO. Het ontwerp van de richtlijn is hier eigenlijk ook op gericht. Het hoofdstuk in de MVO-richtlijn over MVO-implementatie wordt daarnaast als weinig waardevol gezien. Dat is niet vreemd, als je bedenkt dat het hier gaat om bedrijven die al enige ervaring of affiniteit met MVO hebben. Maar gezien het gegeven dat het de bedrijven ontbreekt aan een duidelijk MVO-profiel, zouden ze hier wel degelijk iets aan kunnen hebben, zeker als er vanuit opdrachtgever (zoals de overheid) steeds meer eisen worden gesteld.

En last but not least: bedrijven blijken geïnteresseerd in hoe zij kunnen laten zien dat zij in overeenstemming met ISO 26000 werken. Inderdaad, de vraag naar de bekende ‘MVO-stempel’. Er wordt binnen het ISO-gremium gesproken over het ontwikkelen van een certificeerbare variant om hieraan tegemoet te komen. Voorstanders genoeg, al was het maar omdat het een flinke industrie los kan maken. Volgens sommigen zou dit de dood in de pot van MVO zijn – MVO kun je immers niet certificeren. Onzin, natuurlijk, omdat ISO 26000 voor het overgrote deel over het MVO-proces gaat in plaats van de op de organisatiespecifieke MVO-inhoud. Organisaties willen gewoon laten zien dat zij maatschappelijk verantwoord ondernemen volgens een aantal breed geaccepteerde uitgangspunten.

MVO in het MKB

Het onderzoek van het IISD biedt al met al dus niet heel veel nieuws – en dat is gezien de onderzochte groep ook verre van vreemd. Interessant zou zijn om nu eens te onderzoeken hoe bedrijven die geen ervaring met MVO hebben tegen ISO 26000 aankijken. Dat is een onderzoek dat ik in ieder geval graag zou willen uitvoeren. Daarmee krijg je ook beter zicht op het grotere geheel: het grotere geheel van MVO in het MKB en een deel van de toekomst van MVO in Nederland. Want dat ISO 26000 iets los gaat maken en toegevoegde waarde kan bieden, dat is wel duidelijk.

Terug naar nieuwsoverzicht